College in Senegal
Door: Maarten van Doorn
Blijf op de hoogte en volg Maarten
15 December 2016 | Senegal, Dakar
Zag ik dit goed?
Dit gebeurde aan het einde van een college waarin groepjes studenten hun gezamenlijke werkstuk voor de rest van de klas presenteerden. De reden voor de uitloop was even verbazingwekkend als fascinerend: het vorige groepje had zo veel kritiek gekregen van hun klasgenoten dat hun voordracht – of lijdensweg – in plaats van dertig, zestig minuten in beslag nam. Daardoor besloot de professor om de presentatie van het laatste groepje door te schuiven naar volgende week, met geanimeerde protesten tot gevolg.
Toen ik eenmaal over mijn verbazing heen was en al vragen stellend probeerde te begrijpen wat er zojuist gebeurd was, werd er een beeld van de cultuur op deze universiteit geschetst dat mijn mond deed open vallen van verbazing. Een beeld, ook, om in het domein van de mond te blijven, dat, vermoed ik, menig Nederlands docent doet watertanden.
De reden voor de uitloop en de protesten zijn aan elkaar gerelateerd. Het zit namelijk zo. Het uitstellen van de laatste presentatie maakte de studenten boos omdat ze zich voor vandaag verdiept hadden in de materie van die presentatie en kritische vragen hadden voorbereid. Diezelfde voorbereiding stelde de klas in de staat om bij de zwakke presentatie zo veel kritiek te uiten dat het een half uur langer in beslag nam. Door de uitstel zouden ze zich dus volgende week opnieuw moeten voorbereiden. Vandaar het verzet.
Denk hier even over na. Hoe cool is dit! Een paar gedachtes.
Ten eerste. De klas had zich verdiept in de materie en kritische vragen voorbereid. Voor een student-presentatie! Mijn ervaring is dat in het Nederlandse onderwijs niemand deze moeite neemt bij student-presentaties (ik ook niet).
Als er op deze universiteit daarentegen een groepspresentatie van mede-studenten plaatsvindt, krijgt de hele klas van tevoren de presentatie toegestuurd en bereid men kritische vragen voor. En dit zijn geen vragen als: “Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?” Denk eerder aan: “Je zei op sheet twaalf dat argument X niet werkt omdat de derde assumptie ervan onjuist is. Maar, op sheet dertig gebruik je zelf een argument dat een equivalente premisse veronderstelt om theorie Y aan te vallen. Je hele aanval op die theorie klopt dus niet. OK ga nu maar douchen.”
De ijver is jaloersmakend om te aanschouwen. Na afloop van de presentatie wil werkelijk iedereen laten zien dat hij de materie beheerst en in staat is om de presenteerders het vuur aan de schenen te leggen. Dit leidde meer dan eens tot een heftig debat. Het is vechten om het woord te krijgen. De docent hoeft geen vinger uit te steken om de studenten zeer actief geëngageerd te krijgen.
Ten tweede. Dit tafereel suggereert dat er in het Senegalese hoger onderwijs minstens twee sociale normen erg anders functioneren dan in Nederland. Om te beginnen is het volledig geaccepteerd om je klasgenoten na een zwakke presentatie keihard frontaal aan te vallen. Je wordt niet gespaard. Mijn ervaring in Nederland is dat een inhoudelijk zwakke presentatie meestal gevolgd wordt een krachteloos applausje en wat zeer oppervlakkige vragen om de schijn op te houden en de ongemakkelijkheid – zullen we het zeggen of niet? – wat weg te nemen.
Toen ik hiernaar vroeg, kreeg ik van meerdere mensen een antwoord met de volgende strekking: “Nee, het maakt me niet boos dat mijn vrienden me zo aanpakken want ik ben hier om mezelf te ontwikkelen en door die kritiek kan ik beter worden.”
Mensen zijn hier om zichzelf te ontwikkelen. Daarom is het de bedoeling dat je je zo kritisch mogelijk opstelt tegenover je vrienden. Daarom bereidt iedereen zich zo goed voor. Daarom willen studenten liever uitloop dan pauze. Daarom worden de cijfers niet privé bekend gemaakt maar kan iedereen elkaars cijfers en de rangorde van de klas zien.
In Nederland heeft het woord ‘nerd’ een negatieve connotatie. De norm is eerder om een beetje cool te doen en niet te veel je best te doen voor school. Hier werkt het precies andersom. Er heerst een fundamenteel andere visie op onderwijs en wat gebruikelijk gedrag is in de klas. Deze mores worden weerspiegeld in de kledingstijl van de aanwezigen op CESAG: de meerderheid van de studenten komt in pak naar de colleges. (Grappig genoeg zijn er ook altijd een paar lui die gestoken gaan in traditionele Afrikaanse kledij. Een hilarisch contrast.)
Een paar nuanceringen zijn wel op zijn plaats. Om te beginnen schijnt CESAG (opgericht in 1985) de beste universiteit in haar vakgebied in West-Afrika te zijn. Veel vaders met geld – zo werkt het nou eenmaal in Afrika – sturen hun kinderen dus hierheen. Vandaar de fascinerende mengelmoes aan West-Afrikaanse nationaliteiten die je hier aantreft. Toen ik bijna drie maanden geleden uit Nederland vertrok had ik niet verwacht dat ik op korte termijn mensen zou spreken uit landen als Benin, Burkina Faso en Niger. Ik heb me laten vertellen dat slechts één derde van de scholieren die solliciteren voor een studieplek op deze universiteit wordt aangenomen (al heb ik het idee dat dit wat overdreven is).
Het punt is: het is voor deze studenten zeer evident dat het een voorrecht is om goed onderwijs te genieten. In Nederland is dat min of meer vanzelfsprekend, maar de Afrikanen zijn zich allemaal – zo heb ik gemerkt – ten zeerste bewust van de uitzonderingspositie die ze aan deze elite universiteit innemen ten opzichte van veel van hun respectievelijke landgenoten. Daarnaast zijn veel studenten om hier te zijn op vrij jonge leeftijd uit hun thuisland vertrokken en missen ze hun familie. (Ik heb me laten vertellen dat het in Afrika gebruikelijk is om je ouderlijk huis pas te verlaten als je gaat trouwen en niet om rond je achttiende op kamers te gaan, wat deze studenten dus gedaan hebben.)
Als je eenmaal in zo’n bevoorrechte positie terecht bent gekomen en je zulke opofferingen hebt gemaakt, dan is het best wel dom en zonde om níét het laatste beetje zelfontwikkeling uit elk college te wringen. Een plek aan de universiteit is in Nederland voor veel studenten in mindere mate iets wat gezien wordt als voorrecht waarvoor (grote) opofferingen nodig waren. Interessant genoeg – controversiële gedachte hier – heeft de afschaffing van de basisbeurs voor studenten in Nederland, op deze manier bekeken, wellicht wat onverwachte positieve effecten.
Het is ook zo dat een universiteit met zo’n strenge selectie waarschijnlijk vooral het soort mensen selecteert dat colleges goed voorbereid. Ook hier loopt de vergelijking met Nederland – waar studenten aan de meeste universiteiten veel meer dan hier een doorsnede van de hele studentenpopulatie vormen – dus mank.
En als laatste is deze complete oratie gebaseerd op slechts één bijgewoond college. Het is wat riskant om aan één observatie zulke speculaties op te hangen, maar de gesprekken die ik met de studenten heb gevoerd suggereren zeker een bepaalde algemeenheid: dit college was geen uitzondering. Nu moet ik wel zeggen dat ik in mijn eigen lessen vaak wat meer moeite moet doen om de interactie op gang te laten komen, maar dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat mijn lessen uitsluitend in het Engels zijn en veel studenten wat angstig zijn om fouten te maken bij het Engels praten.
Ja, het is echt waar – ik werk. Na tweeëneenhalve maand cultuur snuiven, leuk doen en backpacken moet ik er toch echt aan geloven. En niet zo zuinig ook. Ik werk perk week vijf dagen op een middelbare school en twee avonden op CESAG.
Gelukkig is het alweer bijna kerstvakantie.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley